Uiteraard moest er nog veel meer geregeld worden buiten een mogelijk hulphondje. Stichting MEE hielp ons hier bij. In eerste instantie kregen we een hele boel folders van diverse zorginstanties. ook kregen we het advies om bij bureau Jeugdzorg een persoonsgebonden budget aan te vragen voor gezinsbegeleiding, op school een leerling gebonden financiering op te starten, voor extra ambulante hulp op school, ons bij MEE aan te melden voor een basiscursus Autisme, de jongens in te schrijven voor Brusjes cursussen enzovoort, enzovoort.
Wat komt er een boel op je af en wat leer je veel termen bij! Omdat we de tijd hadden genomen om Amy in de zomervakantie letterlijk eens goed te 'bestuderen' konden we bij Jeugdzorg goed gericht om hulp aankloppen. Ook hier hadden we weer wachtlijsten, maar het ging redelijk vlot allemaal. De aanvraag liep, en we moesten wachten op een uitnodiging om Amy's problematiek te komen bespreken. Vandaar uit zou een advies volgen en met een beetje geluk een budget. En inderdaad verliep dit ook zo. Zo'n gesprek bij jeugdzorg is slopend. Je huilt wat af, als je je in eens zo bloot moet geven over je kind en je eigen onmacht om alles zelf op te lossen. De standaard doos tissues in zo'n spreekkamer was zeer welkom!
Een rugzakje voor school aanvragen was een stuk slopender. Wat kwam daar een boel bij kijken! En het was ook wel heel erg spannend, want het REC Chiron was erg streng bij het toekennen van de financiering. Het was maar de vraag of dit zou gaan lukken. En vlot zou het zeker niet gaan.
Inmiddels ging het niet bepaald goed op school. Amy's meester 'had niet zoveel met autisme', vond ons overbezorgde ouders. We waren te flauw met Amy! Af en toe eens goed op haar donder geven, zou beter helpen als al die onzin die wij wilden. Amy had inmiddels een eigen plekje in de school gekregen in het kantoortje van het hoofd, om bij overprikkeling heen te kunnen gaan. Maar de meester 'had niet zoveel met een eigen plekje'. In de pauzes zocht je geen rust van overprikkeling in de klas op dit plekje, maar haalde je een frisse neus. Hieruit volgende huilbuien van Amy werden afgedaan met een zucht. Amy huilt weer, niks bijzonders! De IB-er drukte ons op het hart vooral niet met teveel eigen ideeën naar de meester te gaan. Hij 'had niet zoveel met ouders die er zelf ideeën op nahielden'.
En ondanks dat Katie haar magie al aan het uitoefenen was en Amy wat rustiger was na schooltijd door de aanwezigheid van dit zwart witte pluisje, toch zagen we haar dagelijks met buikpijn naar school gaan en hadden we dagelijks te maken met een boel verdriet na school.
Ik belde MEE op om hulp, want het was wel heel duidelijk dat Amy het op deze manier niet zou gaan redden op school. Zij verwezen mij naar het steunpunt Autisme, een organisatie die scholen bijstaat bij de begeleiding van kinderen met een autistische stoornis. Eind oktober vuurde ik een wanhopige mail af waarin ik mijn verhaal deed en hoopte op een snel antwoord.
Diezelfde dag kwam ik het hoofd van school tegen. Op haar vriendelijke vraag hoe het met me ging, barstte ik in tranen uit. Ik vertelde haar in niet mis te verstane woorden dat ik 1 stapje verwijderd was van Amy van school halen. Dat ik wanhopig werd van het onbegrip van de meester, het leek wel of hij het zorgplan juist tegenwerkte! Ik vertelde haar over het steunpunt Autisme en dat ik ze om hulp had gevraagd.
Het hoofd was super begripvol. Ze zag dat het zo niet goed ging. Ze vroeg me om haar te vertellen wat het steunpunt zei en dat ze in de tussentijd een tijdelijk rugzakje zou aanvragen om voorlopige externe hulp op te kunnen starten.
Al vrij kort daarop kreeg ik een belletje van Roos van het steunpunt Autisme. Ik legde haar uit dat het erg slecht ging met Amy en dat we met haar meester niet tot een samenwerking konden komen. Roos legde uit dat het steunpunt op verzoek van ouders een klassenobservatie kon doen en hier feedback op zou geven aan de relevante personen op school. Ook zouden ze een teamvoorlichting kunnen verzorgen, waarin de basis van omgang met kinderen met autisme werd besproken. ook hier zouden ze feedback op geven. Deze diensten waren gratis, daarna zou er vanuit een rugzakje betaling plaats moeten vinden door school.
Na bespreking met hoofd, werd er een datum geprikt voor de observatie met onmiddellijk daarna het overleg. Hierbij waren de meester, de IB-er, het hoofd en wij uitgenodigd.
Dit was de eerste keer dat we Roos in het echt ontmoetten. Zo vriendelijk als ze me had geleken aan de telefoon, zo kordaat en doortastend was ze tijdens dit overleg! Ze was een tenger vrouwtje, maar wat een ijzeren wil zat daarin. Ze trok zich niks aan van het gesputter van de meester, had een heleboel tips voor in de klas en voor ons en trok in korte tijd de vastgelopen hulp voor Amy weer vlot.
Het hoofd was zo onder de indruk van haar dat ze ter plekke de tijdelijke hulp onderbracht bij het steunpunt Autisme en dus bij Roos.
Wij hadden inmiddels te horen gekregen dat ons PGB was toegekend, en wij huurden Roos meteen in voor de thuisbegeleiding! Zo had Amy in 1x zowel thuis als op school dezelfde begeleidster, die haar dus door en door zou leren kennen. Dit was het begin van een zware. leerzame, boeiende tijd. En het begin van het uitpuzzelen wat Amy nu precies nodig had, op alle gebied. En doordat de begeleiding door dezelfde persoon werd gedaan, met wie wij een enorme klik hadden, stonden alle neuzen dezelfde kant op! We hoefden de thuisbegeleiding nooit bij te praten over school of andersom. Deze formule heeft zeker aan de basis gestaan van het succes van Amy.
Ze kreeg een ambulante begeleidster op school toegewezen. Deze juf zou twee keer per week met Amy gaan werken aan haar problematiek. Dit onder aansturing van Roos en haar collega Carolien, die ook regelmatig zouden komen werken met Amy.
In de klas kreeg Amy een zitbal, om haar overbeweeglijkheid in betere banen te kunnen sturen. Haar eigen plekje werd gestructureerder ingericht en de meester werd er op gewezen dat Amy hier wel degelijk heen mocht. Om te zorgen dat groepsinstructie ook bij Amy binnenkwam, moest haar naam even apart genoemd worden, zodat ze wist dat het ook voor haar was bedoeld.
Aan haar gymtas kwam een kaartje te hangen met wat ze moest doen en in welke volgorde bij het omkleden. De meester werd op de hoogte gebracht dat Amy taal letterlijk nam, en dat hij dus moest opletten met wat hij zei.
Amy mocht niet aangeraakt worden en er mocht niet onverwacht met luide stem tegen haar gepraat worden.
De meester had zich enigszins overgegeven. Hij gaf eerlijk toe het allemaal niet te begrijpen, het ook niet te willen begrijpen, maar Roos moet maar zeggen wat hij moest doen en hij zou zijn best doen.
Tijdens een kort oudergesprekje, trok ik wat de meester betreft mijn conclusie en gaf hem die ook: 'Zullen wij het maar eens zijn dat we het nooit eens zullen worden?' Met open mond keek hij me even aan en haalde toen zijn schouders op. Dat moest dan maar zo zijn.
Gelukkig had Amy een goeie klik met juf Sas, haar ambulante begeleidster en met juf Corrie, de IB-er. Ook het hoofd stond volledig aan haar kant. Langzaam groeide het vertrouwen van Amy in haar hulpverlening. Niet dat het gelijk allemaal was opgelost, verre van. Maar er was gehoor voor haar, ze kon haar verhaal kwijt en er werd gekeken naar hoe alles was in te passen binnen de school.
Uiteraard gingen wij ook kijken naar een aantal basisscholen voor speciaal onderwijs. De twijfel sloeg toen ook echt toe. Waar was Amy nu op haar plaats. Maar de positieve houding van haar eigen school, de wil om aan te passen wat nodig was, de ruimte en begrip die ze voor onze dochter hadden haalden onze twijfel weg. Amy zou de reguliere basisschool afmaken, zolang dit binnen de school nog paste. We zouden regelmatig evalueren om te zien of de hulp nog binnen deze school gegeven kon worden. In februari kwam het verlossende woord van het REC dat Amy's rugzakje werd toegekend, en hiermee waren alle deuren geopend. De school kon ambulante hulp blijven inhuren en gelukkig bleef dit bij het steunpunt en dus bij Roos! En mochten we hier toch vastlopen, dan kon ze d.m.v. de indicatie cluster 4 van het REC ook naar speciaal onderwijs. We waren min of meer terug op de rit en durfden langzaam maar zeker weer wat hoop te krijgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten